expand_more
search

Fokdoel

Inleiding

Het fokdoel is de basis voor het fok- en selectieprogramma van het KFPS. In het fokdoel wordt het ideaalbeeld van het Friese paard in al z’n facetten geschetst. Het fokdoel wordt iedere 10-15 jaar gefinetuned. Dit fokdoel is in het najaar 2021 vastgesteld.

In het fokdoel zijn enerzijds de in de missie van het KFPS aangegeven raskenmerken leidend en wordt anderzijds gekeken hoe het Friese paard het beste in het hippische spectrum gepositioneerd kan worden. Globaal gezien, kan gesteld worden dat het Friese paard ten opzichte van de gespecialiseerde sportfokkerijen een duidelijk voordeel heeft qua karakter (betrouwbaarheid) en ten opzichte van (de meeste) andere rasfokkerijen een duidelijk voordeel heeft in termen van geschiktheid in de sport. Bovenstaande heeft ertoe geleid tot de strategische keuze, dat in het huidige fokdoel raskenmerken, karakter (betrouwbaarheid) en sportaanleg qua gewicht volledig gelijkwaardig zijn aan elkaar. Daarnaast zijn gezondheid en levensduur geformuleerd als basisvoorwaarden en hebben daarmee een hoge prioriteit.

KFPS-Fokdoel

Een functioneel gebouwd gebruikspaard in het bezit van de Friese raskenmerken, dat gezond en vitaal is, aanleg heeft om in de sport te presteren, een betrouwbaar karakter heeft en bewerkbaar is.

Uitgangspunt voor de formulering van het fokdoel is dat de doelstellingen ten aanzien van exterieur en gebruik niet ten koste mogen gaan van dierenwelzijn.

Thema’s

  1. Gezondheid en vitaliteit
  2. Karakter
  3. Exterieur
  4. Sportaanleg

1. Gezondheid en vitaliteit 

Een belangrijke doelstelling in de fokkerij van Friese paarden is selectie op gezondheid. Het Friese paard moet tot op hoge leeftijd geschikt zijn voor gebruik in sport, recreatie en fokkerij. De volgende aspecten zijn daarbij belangrijk:

  • Minimaliseren van erfelijke aandoeningen.
  • Vruchtbaarheid: Hengsten dienen een anatomisch normaal geslachtsapparaat te hebben met een acceptabele spermaproductie. Merries dienen gemakkelijk drachtig te worden en te veulenen zonder geboorteproblemen.
  • Vitaliteit: Friese paarden dienen een goede gezondheid te hebben. Voor duurzaamheid dient het paard een gezond skelet te hebben en een goede kwaliteit spieren, pezen en banden.

2. Karakter

Het fijne karakter van het Friese paard is een belangrijke raseigenschap die niet verloren mag gaan. Het KFPS heeft het karakter daarom expliciet in haar fokdoel opgenomen. De doelstellingen ten aanzien van karakter worden onderverdeeld in twee hoofdaspecten: betrouwbaarheid en trainbaarheid.

  • Betrouwbaarheid: Het Friese paard is stabiel en gemakkelijk in de omgang en is eerlijk.
  • Bewerkbaarheid: Het Friese paard is intelligent en heeft een meewerkend karakter, waardoor het paard zich gemakkelijk laat bewerken. Het Friese paard beschikt over doorzettingsvermogen en inzet.

3. Exterieur

Als we het over het exterieur hebben, gaat het feitelijk om twee aspecten: de raseigenschappen die het Friese paard zo sterk onderscheiden van andere paardenrassen en de functionaliteit van het exterieur.

Raseigenschappen

  • Algemeen: Een paard dat door zijn imponerende front, royale behang, de zwarte kleur, de sierlijke belijning en verheven gangen een elegante verschijning is met veel uitstraling.
  • Hoofd: Een klein, sprekend en edel hoofd. De ogen zijn groot en staan ver uit elkaar. Het neusbeen heeft in zijaanzicht een licht gedeukt profiel. De kaken zijn licht. De oren zijn klein en neigen licht naar elkaar.
  • Hals: De hals en nek zijn lang en vormen gezamenlijk een licht naar boven gebogen lijn. De halsrichting is verticaal. De manenkam is van achteren gezien recht.
  • Behang: Het Friese paard heeft een royale beharing in de vorm van manen, staart en sokken.
  • Kleur: Het Friese paard heeft een gitzwarte haarkleur en heeft idealiter geen aftekeningen.

Functioneel exterieur

Een functioneel exterieur staat ten dienste van het beoogde gebruiksdoel en doelstellingen ten aanzien van constitutie en levensduur. Het gaat dan om de bouw en het beenwerk van het Friese paard.

Bouw

  • Algemeen: Het Friese paard is harmonisch, functioneel en opwaarts gebouwd. Het paard is atletisch en heeft een goede bespiering. Het paard staat in het rechthoeksmodel, waarbij de verhouding van voor-, midden- en achterhand, 1:1:1 is.
  • Hals: De hals is lang, licht gewelfd en komt hoog uit de borst. De hoofd-halsverbinding is licht. De hals heeft een vloeiende aansluiting met de schoft.
  • Schouder: De schouder is lang en heeft een schuine ligging.
  • Bovenlijn: De schoft is goed ontwikkeld en loopt vloeiend door in de rug. De rug is sterk. De rug heeft een vloeiend verloop naar de lendenen. De lendenen zijn sterk en breed met een vloeiende overgang naar het kruis.
  • Kruis: Het kruis is lang en licht hellend.
  • Stokmaat: De gewenste stokmaat van het Friese paard ligt rond de 165 cm.

Beenwerk

Het beenwerk vormt het zo belangrijke fundament van een paard.

  • Algemeen: Voor- en achterbenen hebben correcte standen en zijn correct gesteld. De gewrichten zijn hard en droog.
  • Voorbenen: De voorbenen zijn van de voor- en zijkant gezien loodrecht geplaatst met een hoefbreedte tussenruimte. De onderarm en de pijp zijn lang.
  • Achterbenen: Het achterbeen heeft in zijaanzicht een optimale hoek. Het spronggewricht is droog, hard en goed ontwikkeld. Het achterbeen is van achteren gezien parallel gesteld.
  • Kogels & koten: De kogels zijn van opzij gezien ovaal en droog. De koten hebben voldoende lengte en een optimale stand.
  • Hoeven: De hoeven zijn royaal en goed gevormd en zijn beiderzijds gelijk.

4. Sportaanleg

Het Friese paard is een veelzijdig gebruikspaard. Een gebruikspaard beschikt over een goed bewegingsmechanisme, een functioneel exterieur, uithoudingsvermogen, werklust en een bewerkbaar karakter. De doelstelling ten aanzien van de sport is dat het Friese paard op basis/subtop niveau competitief is en doorgroeit naar het hoogste niveau.

  • Beweging: In het gebruik, recreatief of in de sport, is een correcte beweging van het paard belangrijk. Het komt het welzijn van het paard ten goede en bevordert de duurzaamheid en prestaties.
  • Algemeen: De gangen zijn tactmatig. De paarden bewegen gedragen vanuit de achterhand met veel balans in een opwaartse houding. Ze beschikken over lichaamsgebruik en schakelend vermogen.
  • Stap: De stap heeft een zuivere 4-tact. De benen worden in stap van voor en achter gezien recht geplaatst. Het achterbeen wordt actief en ruim onder het lichaam geplaatst. Het voor- been wordt ruim naar voren weggezet.
  • Draf: De draf heeft een zuivere 2-tact. Het achterbeen wordt krachtig en ruim onder het lichaam geplaatst, waardoor het paard tot dragen komt. Het achterbeen toont daarbij veel buiging in het spronggewricht. Het voorbeen vertoont heffing in de voorknie en wordt ruim naar voren geplaatst. Het paard vertoont souplesse, balans en voldoende zweefmoment en beweegt in een opwaartse lichaamshouding. Van voor en achter gezien moeten de benen recht geplaatst worden.
  • Galop: De galop heeft een zuivere 3-tact. De galop wordt ruim en actief gesprongen met een dragend achterbeen en een vooruitgrijpend voorbeen. De galop is opwaarts en vertoont zweefmoment, souplesse en balans.

Disciplines

De disciplines in de hippische sport, waar het fokprogramma op gericht is, zijn:

  • Dressuur onder het zadel
  • Mennen dressuur
  • Samengestelde mensport
  • Aangespannen sport

Relatie fokdoelkenmerken

In dit fokdoel zijn de doelstellingen ten aanzien van de individuele fokdoelkenmerken weergegeven. Ze dienen echter ook in samenhang met elkaar gezien te worden.

Exterieur en sportaanleg

De relatieve weging tussen exterieur en sportaanleg/beweging is vastgesteld op 40:60. Deze weging speelt met name een rol bij de keuringen van Friese paarden.

Betrouwbaarheid in relatie tot bewerkbaarheid

De bewerkbaarheid van het Friese paard ten behoeve van de sport wordt verder verbeterd, zonder dat dit ten koste mag gaan van de betrouwbaarheid.

 

Vastgesteld LR-vergadering najaar 2021