expand_more
search

Nieuwsbericht van Phryso.com

Inspanningsfysioloog Ilse van der Valk: ‘na intensieve training twee hersteldagen’

calendar_today 24 maart 2024
Inspanningsfysioloog Ilse van der Valk: ‘na intensieve training twee hersteldagen’

Wie effect wil oogsten van de training van het paard doet er goed aan na een intensieve training twee hersteldagen in te plannen, aldus Ilse van der Valk van Horsebeat tijdens een workshop ‘optimaliseren van de training van je paard’ voor JongKFPS op zaterdag 23 maart. ‘Het is de wet van de super compensatie. Met twee dagen actief herstel – in de weide, stapmolen of een lichte hersteltraining- bouw je conditie en kracht op.’

Fitter dankzij hersteltrainingen

Overtrainen – door te vaak intensief te trainen – moet je altijd voorkomen. ‘Het prestatievermogen loopt juist terug en het werkt ook blessures in de hand’, geeft Ilse aan. ‘Train niet vaker, maar slimmer. Juist dankzij die hersteltraining wordt het paard sterker en fitter.’ Met het meten van de hartslag van het paard is de fitheid van het paard te bepalen én geeft het handvatten voor een effectieve training. ‘Meten is weten, je krijgt data bij het gevoel dat je over de training van je paard hebt.’
‘Je krijgt wat je traint’, aldus Ilse die in de lezing aangaf dat Fries paarden duidelijk verschillen van warmbloedpaarden. ‘Friese paarden bezitten vooral veel spiervezels voor duursport, het betekent dat je in de training aan de kracht werkt.’

Drie keer per week 20 minuten

Daarbij ziet ze bij de hartslagtesten die ze afneemt dat vooral de galop inspanning van het Friese paard vraagt. ‘Dat vraagt veel kracht, vooral ook door de grote beweging. Het ziet er prachtig uit, maar is qua beweging niet heel efficiënt.’ Een training van 20 minuten, drie keer per week is voor jonge Friese paarden echt genoeg, zo geeft ze aan. ‘Je traint het jonge paard eerst op uithoudingsvermogen. Dat moeten ze eerst hebben voordat je over kan gaan op krachttraining.’ Bij Friese paarden vraagt die opbouw van de training tijd. ‘Je wilt eigenlijk dat ze met een lage hartslag hun inspanning kunnen volhouden.’

Van 40 tot 240 slagen per minuut

Een kleine 20 mensen hoorden Ilse uitleg geven over de hartslag van paarden. De hartslag van paarden ligt in rust tussen de 28 en 40 slagen per minuut, veel lager dan bijvoorbeeld bij mensen die in rust een hartslag hebben van 60 tot 100 per minuut, zo begon Iris haar betoog om de hartslag van paarden te meten om de fitheid en conditie in kaart te brengen. ‘Het maximum bij een paard ligt op 240 slagen per minuut. Van 40 naar 240 slagen is een grote range, een paard heeft een sportershart. Het kan ook bij een lage hartslag efficiënt arbeid leveren.’

In praktijk met Lisanne en Shannon

De hartslag gedurende het werk is ook een maat voor de fitheid van het paard en geeft inzicht in de meest efficiënte training voor het betreffende paard. Daarvoor heeft Ilse een soort ‘coopertest’ voor paarden beschikbaar, waarbij de paarden twee minuten beweging (draf of galop) afwisselen met één minuut stappen. Daarbij wordt er zowel links- als rechtsom de hartslag gemeten. Tijdens de workshop waren Lisanne De Jonge-Veenje met de vierjarige Sterhengst Black Beauty Stables Maarten S (Tiede 501 x Michiel 442) en Shannon van Manen en haar zesjarige Graaf Boszorg Ster AAA (Meinte 490 x Mintse 384) – Z1-dressuur – uitgerust met een hartslagmeter. Het bleek dat beide paarden onder belasting zo’n 150 tot 160 hartslagen per minuut hadden.

Herstellen in één minuut

Voor Maarten – nog in basisopleiding – betekende het een halve minuut in galop, lang en laag gereden al een stevige training. Voor de al hoger opgeleide Graaf was twee minuten galop ook stevig. ‘Ik train hem vooral kort en krachtig, met veel staprondes er tussendoor’, gaf Shannon aan. Dat bleek toen Graaf op dezelfde hartslag bleef toen hij verschillende oefeningen kort achter elkaar deed. Beide paarden kwamen binnen de minuut herstel weer terug op een hartslag van rond de 90. ‘Die hartslag in de herstelminuut zie je in de loop van deze test wat oplopen en dat betekent dat het een inspannende training voor de paarden is’, licht Ilse toe. ‘Met het meten van de hartslag krijg je een objectief beeld of het paard de training aankan en dat er nog een schepje bovenop kan. Dat kan anders zijn dan hoe je het als ruiter ervaart. Het is goed om dat af en tot te toetsen.’