expand_more
search

Uitvoeringsbepaling Reglement Hengstenselectie

Uitvoeringsbepaling reglement Hengstenselectie - Voorjaar 2023

Dit bestand is het leidende reglement.

Uitvoeringsbepaling Reglement Hengstenselectie

Versie: Voorjaar 2023

In alle gevallen is de Nederlandse tekst van de Statuten en Reglementen leidend en doorslaggevend. In geval van (mogelijke) verschillen tussen de Nederlandse tekst en vertalingen daarvan, prevaleert de Nederlandse tekst boven de vertaling daarvan en heeft (het betreffende onderdeel van) de vertaling geen rechtskracht.

Deze uitvoeringsbepaling bevat uitwerkingen en voorschriften van de bepalingen in het Reglement Hengstenselectie, dit ten behoeve van een goede uitvoering van dat reglement, en wordt jaarlijks door het bestuur vastgesteld.

Artikel 1 Eerste Bezichtiging

1.1 Data en plaats

De Eerste Bezichtiging vindt plaats in de laatste week van november in Manege Gaasterland te Harich. De sluitingsdatum voor aanmelden is eind oktober. De exacte data worden tijdig op de website en in de Phryso vermeld.

1.2 Procedure

Tijdens de Eerste Bezichtiging worden de deelnemende hengsten beoordeeld op de straat en vervolgens in de kooi. De beoordeling van de hengsten wordt in algemene zin getoetst aan de keuringsrichtlijn, vergelijkbaar met de merriekeuringen. Hiernaast kunnen uitzonderingen worden gemaakt voor laag verwante hengsten; een laag verwante hengst kan verder meegenomen worden in het selectietraject.

1.2.1 Meten

Voor aanvang op de straat worden de hengsten gemeten. Het meetkaartje wordt bij het straatje aan de hengstenkeuringscommissie gegeven.

1.2.2 Lineair scoren

Dit vindt plaats door een jurylid en een hengstenkeuringscommissielid voor en bij aanvang van het straatje.

1.2.3 Beoordeling op de straat

Aan de hand, rechte lijn van 30 meter. Beoordeling op correctheid, beenstanden en bewegingsafloop.
Opstellen, 1x heen en terug stap, 1x heen en terug draf, op verzoek hengstenkeuringscommissie mogelijk nogmaals.
De presentatie op de straat dient rustig te verlopen, dus geen zweepgebruik en/of rammeldoosje.
Alleen hengsten met een toereikend exterieur en beweging worden doorverwezen naar de kooi.

1.2.4 Uitslag straatje

Door of niet door naar de kooi. Bij afwijzing een toelichting door hengstenkeuringscommissie.

1.2.5 Beoordeling kooi

Vrij bewegen. In de kooi worden de cijfers voor de basisgangen gegeven. De kooi is voorzien van een binnenkooi. De begeleider brengt de hengst aan de hand binnen, stapt een ronde en stelt hem voor de hengstenkeuringscommissie op. Vervolgens wordt de hengst losgelaten en door de kooimedewerkers begeleid in het binnengedeelte van de kooi, rond twee ingebrachte ruitvormen en daaropvolgend in het afgezette buitengedeelte. Op aangeven van de hengstenkeuringscommissie wordt de hengst gevangen en wordt deze in 1 ronde aan de hand gepresenteerd in draf, om vervolgens de kooi te verlaten.
Tijdens de vrije presentatie in de kooi is het toegestaan om de hengsten aan de voorbenen zwarte (donkere) peesbeschermers te laten dragen. Aan de achterbenen is het niet toegestaan om beschermers te dragen. Het is de bedoeling dat de hengsten zichzelf in de kooi zoveel mogelijk in rust presenteren. Is dit onvoldoende het geval, dan kan de hengstenkeuringscommissie besluiten de presentatie te beëindigen. De hengst kan dan aan het einde van alle beoordelingen van dat dagdeel in de kooi nogmaals een kans krijgen of kan naar de Nakeuring van de Eerste Bezichtiging worden doorverwezen. Hengsten die op een onjuiste wijze worden gepresenteerd, worden niet (verder) beoordeeld. Deze hengsten kunnen worden doorverwezen naar de Nakeuring.
Om voor het Sterpredicaat in aanmerking te komen, moet de hengst aan minimumeisen voldoen voor exterieur, beweging en stokmaat. Voor de jonge hengsten (die drie jaar worden of al zijn geworden) geldt een stokmaat van minimaal 1.58 m; voor de vier jaar en oudere hengsten dient de stokmaat minimaal 1.60 m te zijn. Om voor doorverwijzing naar de Tweede Bezichtiging in aanmerking te komen, wordt naast exterieur, beweging en stokmaat gekeken naar de afstamming en de mate van verwantschap aan de populatie. Dit kan positief meegewogen worden indien de hengst niet voldoet aan het Sterpredicaat, maar kan ook reden zijn om de hengst met ontvangst van een Sterpredicaat niet door te verwijzen. Nadat de hengsten uit een groep zijn beoordeeld, komen ze allemaal tegelijk terug in de kooi. De voorzitter van de hengstenkeuringscommissie maakt vervolgens de uitslag bekend.

1.2.6 Uitslag kooi

De hengst ontvangt het Sterpredicaat en wordt doorverwezen naar de Tweede Bezichtiging.
De hengst ontvangt het Sterpredicaat en wordt niet doorverwezen naar de Tweede Bezichtiging.
De hengst ontvangt niet het Sterpredicaat en wordt doorverwezen naar de Tweede bezichtiging.
De hengst ontvangt niet het Sterpredicaat en wordt niet doorverwezen naar de Tweede bezichtiging.

1.2.7 Rapportage

Het lineair scoreformulier wordt zo spoedig mogelijk naar de eigenaar gestuurd en dient als rapportage van de hengstenkeuringscommissie.

1.2.8 Afwijzing

Hengsten die niet zijn aangewezen voor de Tweede Bezichtiging, kunnen deelnemen aan een Herkansing (juni/juli). Tevens dienen de eerste twee zevenweekse ABFP-testen als Herkansingsmoment.

1.2.9 Nakeuring en Herkeuring Eerste Bezichtiging

Zie Reglement Hengstenselectie en voorgenoemde procedure.

Artikel 2 Tweede Bezichtiging

2.1 Data en plaats

De Tweede Bezichtiging vindt plaats tijdens de Hengstenkeuring in januari in het WTC-Expo te Leeuwarden. De exacte data worden tijdig op de website en in de Phryso vermeld.

2.2 Procedure

De Tweede Bezichtiging bestaat uit een beoordeling van een presentatie aan de hand (in een driehoeksbaan) en een veterinaire klinische keuring. De hengstenkeuringscommissie bepaalt of een hengst wordt aangewezen voor de Voorrijdagen, op basis van de beoordeling en criteria benoemd in het Reglement Hengstenselectie.

2.2.1 Voorafgaand aan de Tweede Bezichtiging

Voor deelname aan de Tweede Bezichtiging dienen de hengsten te voldoen aan de gestelde normen voor het röntgenologisch onderzoek. De resultaten van het röntgenologisch onderzoek worden meegenomen in de rapportage na afloop van het Centraal Onderzoek.

2.2.2 Beoordeling Tweede Bezichtiging

De beoordeling van de hengsten wordt gedaan op basis van de in het Reglement Hengstenselectie genoemde selectiecriteria.

2.2.2.1 Meten

Voor aanvang worden de hengsten gemeten, die nog niet voldoen aan de minimum stokmaat voor inschrijving in het stamboekregister.

2.2.2.2 Wijze van keuren Tweede Bezichtiging

De keuring aan de hand vindt in een driehoeksbaan plaats. Hengsten komen in stap binnen en worden opgesteld voor de hengstenkeuringscommissie. Hengsten stappen één maal een kleine driehoek.  Hengsten draven twee rondes, in de hoeken tegenover de hengstenkeuringscommissie terug gaan in stap. Op aanwijzing van de hengstenkeuringscommissie verlaat de hengst de baan en kan de volgende hengst binnenkomen. Overmatig zweepgebruik is niet toegestaan; hengsten moeten in alle rust worden voorgesteld. Nadat de hengsten uit 1 groep zijn beoordeeld, komen ze allemaal tegelijk terug voor het rondstappen en de uitslag.

2.2.3 Uitslag Tweede Bezichtiging

Aanwijzing naar de Voorrijdagen onder voorbehoud van de veterinaire klinische keuring of afwijzing. Bij afwijzing wordt door de voorzitter van de hengstenkeuringscommissie een toelichting gegeven.

2.2.4 Veterinaire klinische keuring

Na het eerste deel van de Tweede Bezichtiging (beoordeling van een presentatie aan de hand) vindt een veterinaire klinische keuring plaats; hierbij wordt ook bekeken of de hengst niet toegestaan wit aan de hoeven (zolen) heeft. Hiervan wordt door de dierenartsen een rapport opgemaakt. Mocht er een ongeoorloofde klinische bemerking zijn of ongeoorloofd wit worden geconstateerd, dan vervalt de aanwijzing. De eigenaar wordt hiervan (schriftelijk) op de hoogte gesteld.
Op verzoek van de eigenaar van een hengst kan de hengstenkeuringscommissie een rapportage samenstellen voor hengsten die tijdens de Tweede Bezichtiging zijn afgevallen. Het verzoek hiertoe dient binnen drie werkdagen na de Tweede Bezichtiging bij het KFPS aanwezig te zijn.

2.2.5 Nakeuring en Herkeuring Tweede Bezichtiging

Zie het Reglement Hengstenselectie en voorgenoemde procedure.

Artikel 3 Herkansing

3.1 Data en plaats

De Herkansing vindt plaats bij de WB-Stables te Wergea, voorafgaand aan de eerste of uiterlijk tweede Voorrijdag, half of eind juni. De sluitingsdatum voor aanmelden is eind mei. De exacte data worden tijdig op de website en in de Phryso vermeld.

3.2 Procedure

De Herkansing staat open voor jonge hengsten die (minimaal) hebben deelgenomen aan de laatstgehouden Eerste Bezichtiging en voor hengsten met het Sterpredicaat van drie tot en met zes jaar oud. De Herkansing bestaat uit een presentatie onder het zadel of aangespannen, een veterinaire klinische keuring en een beoordeling van het exterieur aan de hand. Na elk onderdeel bepaalt de hengstenkeuringscommissie of de hengst doorverwezen wordt naar het volgende onderdeel. Op basis van de volledige beoordeling van alle onderdelen kunnen hengsten door de hengstenkeuringscommissie worden aangewezen voor de Voorrijdagen. Voor aanwijzing worden bij de Herkansing de selectiecriteria gehanteerd als weergegeven in het Reglement Hengstenselectie. Voor deelname aan de Herkansing dient een hengst voldaan te hebben aan de eisen ten aanzien van het röntgenologisch onderzoek en het sperma onderzoek.

3.2.1 Presentatie onder het zadel of aangespannen

Bij de presentatie onder het zadel of aangespannen worden de basisgangen door de hengstenkeuringscommissie beoordeeld; hierbij dient de hengst zowel op de rechter- als linkerhand te worden gepresenteerd, dit op instructie van de hengstenkeuringscommissie.

3.2.2 Uitslag presentatie

De hengstenkeuringscommissie besluit of de hengst doorgaat naar de exterieurkeuring onder voorbehoud van de veterinaire klinische keuring. Bij afwijzing wordt door de voorzitter van de hengstenkeuringscommissie een toelichting gegeven.

3.2.3 Veterinaire klinische keuring

Na de presentatie onder het zadel of aangespannen vindt een veterinaire klinische keuring plaats; hierbij wordt ook bekeken of de hengst niet toegestaan wit aan de hoeven (zolen) heeft. Hiervan wordt door de dierenartsen een rapport opgemaakt. Mocht er een ongeoorloofde klinische bemerking zijn of ongeoorloofd wit worden geconstateerd, dan vervalt de aanwijzing voor de exterieurkeuring. De eigenaar wordt hiervan (schriftelijk) op de hoogte gesteld.

3.2.4 Exterieurkeuring

Tijdens de exterieurbeoordeling wordt de hengst aan de hand gepresenteerd en wordt deze exterieurmatig beoordeeld. Daarnaast wordt de hengst in stap en draf getoond aan de hand om de correctheid van de bewegingsafloop te kunnen beoordelen.

3.2.5 Uitslag exterieurkeuring

Na de exterieurkeuring besluit de hengstenkeuringscommissie tot aanwijzing voor de Voorrijdagen of afwijzing. Bij afwijzing wordt door de voorzitter van de hengstenkeuringscommissie een toelichting gegeven. Mocht de eerste Voorrijdag al hebben plaatsgevonden, dan dient de hengst aan de tweede- en derde Voorrijdag deel te nemen. Bij aanwijzing wordt de hengst tevens Ster verklaard, in het geval de hengst het Sterpredicaat nog niet eerder heeft behaald. Een herkeuringsmogelijkheid naar aanleiding van het tijdens de herkansing afwijzen van een hengst is er niet. De herkansing betreft al een herkeuringsmogelijkheid.

3.2.6 Procedure herkansing via ABFP-test

De hengst doorloopt het normale traject van een 7-weekse ABFP-test. Na het eindexamen onder het zadel, het eindexamen aangespannen en de exterieurkeuring, bepaalt de hengstenkeuringscommissie of de hengst doorverwezen wordt naar de Voorrijdagen. Dit is onder voorbehoud van de veterinaire klinische keuring, welke plaats zal vinden tijdens de eerste Voorrijdag. Dit kan onder voorbehoud zijn van een sperma onderzoek met positief resultaat (uiterste inleverdatum vóór 15 mei).

Artikel 4 Voorrijdagen

4.1 Data en plaats

De drie Voorrijdagen vinden plaats in de drie maanden voorafgaand aan de start van het Centraal Onderzoek.

4.2 Procedure

De doelstelling is om de hengsten zo optimaal mogelijk aan het Centraal Onderzoek te laten beginnen. De drie Voorrijdagen dienen als selectiemoment voor aanwijzing voor het Centraal Onderzoek.

4.2.1 Voorafgaand aan de eerste Voorrijdag

Van belang is dat alle hengsten aan de eisen van het sperma onderzoek hebben voldaan. Voor 15 mei moet er een positief spermarapport voor alle geselecteerde hengsten in het bezit van het KFPS kantoor zijn. In geval van een doorverwijzing vanuit het voorgaande jaar mag dit later, er dient binnen 10 dagen na aanwijzing naar het Centraal Onderzoek een nieuw rapport ingeleverd te worden en dient er voldaan te zijn aan de eisen van het sperma onderzoek. In het geval de eigenaar zelf van mening is dat het Centraal Onderzoek en de voorbereiding erop voor de hengst te vroeg komt, kan dat uiterlijk één week voorafgaand aan de eerste Voorrijdag schriftelijk bij het KFPS kenbaar gemaakt worden. De hengstenkeuringscommissie bepaalt of het verzoek gehonoreerd wordt. De eigenaar ontvangt een schriftelijke terugkoppeling. Dit betekent wel dat bij de eerstvolgende Voorrijdag (in het volgende jaar) de hengst door de hengsten-keuringscommissie zowel aan de hand als onder het zadel beoordeeld zal worden, op basis waarvan de hengstenkeuringscommissie een besluit neemt of de aangewezen status van de betreffende hengst gehandhaafd blijft.

4.2.2 Tijdens de Voorrijdagen

Tijdens de drie Voorrijdagen zullen de ruiters en amazones geïnstrueerd worden door de trainingsleider van het Centraal Onderzoek of door de verrichtingsjury. De hengsten moeten worden aangereden met een lichte aanleuning en moeten ontvankelijk reageren op de hulpen. In de training ligt de nadruk op het rijden van de overgangen. Hierbij gaat het om de overgangen tussen de verschillende gangen en enkele passen verruimen in de desbetreffende gang. Het hals strekken is tevens een onderdeel: hierbij volgt de hengst de hand mee naar voren en beneden; het op eigen benen lopen en de natuurlijke gang van het paard worden hierin meegenomen. De nadruk ligt op voorwaarts neerwaarts rijden, het lichaamsgebruik, de zuiverheid van de gangen en het komen tot dragen van het achterbeen. Tijdens de Voorrijdagen kunnen hengsten van 3 tot en met 6 jaar gepresenteerd worden. Dit leeftijdsverschil brengt een andere presentatie met zich mee. Dat houdt in dat er van een 6-jarige meer schakelvermogen, draagkracht en balans mag worden verwacht. Dit uit zich in het rijden van meerdere overgangen achter elkaar en het meer opeenvolgend schakelen in dezelfde gang. Uiteraard wordt er van een 3-jarige minder verlangd. Om het natuurlijke talent van een hengst goed te kunnen beoordelen, is het van belang om daarin de leeftijd en de daarbij behorende graad van africhting mee te nemen en de presentatie daarbij aan te passen.

4.2.3 Uitslag Voorrijdagen

Tijdens de derde Voorrijdag zal de hengstenkeuringscommissie besluiten of een hengst wordt aangewezen voor het Centraal Onderzoek en zal de hengstenkeuringscommissie de eigenaren informeren over het vervolg. Dit kan het volgende inhouden:

  1. De hengst wordt aangewezen voor het Centraal Onderzoek.
  2. De hengst wordt niet aangewezen voor het Centraal Onderzoek.
  3. De hengstenkeuringscommissie geeft de mogelijkheid om de hengst het volgend jaar opnieuw te laten instromen; dit besluit kan ook tijdens de eerste- of tweede Voorrijdag genomen worden.

In overleg tussen de hengstenkeuringscommissie en eigenaar kan besloten worden om de hengst aanvullend aangespannen te tonen en mede op basis daarvan besluit de hengstenkeuringscommissie of de hengst wordt aangewezen voor het Centraal Onderzoek.
In geval van optie 1 volgt na afloop een veterinaire klinische keuring en het cornage onderzoek. In geval van optie 3 zal dit betekenen dat bij de eerstvolgende Voorrijdag (in het volgende jaar) de hengst door de hengstenkeuringscommissie zowel aan de hand als onder het zadel beoordeeld zal worden, op basis waarvan de hengstenkeuringscommissie een besluit neemt of de aangewezen status van de betreffende hengst gehandhaafd blijft.

4.2.4 Aanvullend onderzoek

Na aanwijzing voor het Centraal Onderzoek vindt het cornage onderzoek plaats. Afwijkingen geconstateerd naar aanleiding van het cornage onderzoek kunnen reden zijn dat de aanwijzing voor het Centraal Onderzoek vervalt. Zie het Reglement Hengstenselectie – artikel 18. De eigenaar wordt hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld.

Artikel 5 Centraal Onderzoek

5.1 Doel

Het doel van het Centraal Onderzoek is om op onafhankelijke- en objectieve wijze het karakter en het stalgedrag van de hengst, zijn aanleg als rijpaard en als aangespannen paard en zijn gezondheidstoestand vast te stellen. Om een goede vergelijking te kunnen maken tussen de hengsten van één jaargang worden de milieufactoren zo veel mogelijk geüniformeerd. Aan het Centraal Onderzoek kan alleen worden deelgenomen door hengsten die daarvoor zijn aangewezen door de hengstenkeuringscommissie. Mede op basis van de resultaten van het Centraal Onderzoek wordt besloten of een hengst wordt ingeschreven in het stamboekregister.

5.2 Plaats

Het Centraal Onderzoek vindt plaats in het Hippisch Centrum Exloo te Exloo.

5.3 Periode

Het Centraal Onderzoek zal zich uitstrekken over een periode van 10 weken.

5.4 Aanlevering
5.4.1 Aanleveringsdatum

De aanleverdatum is in september. De exacte datum wordt tijdig op de website en in de Phryso ver-meld.

5.4.2 Voorrijden onder het zadel

De hengsten moeten onder het zadel worden voorgereden, door een door de eigenaar aangewezen ruiter/amazone. Het is de bedoeling dat de hengsten een eenvoudige verrichting laten zien, bestaande uit stap, draf  en galop en enkele momenten van ontspanning door op de grote volte in draf hals te strekken en het tonen van een aantal overgangen. Het doel hiervan is om inzicht te krijgen in de basisvaardigheden van de hengst. De presentatie zal begeleid worden door de hengstenkeuringscommissie.

5.4.3 Veterinaire klinische keuring

Ten behoeve van de veterinaire klinische keuring worden de hengsten aan de hand gemonsterd op de rechte lijn en op de volte. Geconstateerde gebreken, afwijkingen en onregelmatigheden zullen schriftelijk worden vastgelegd. Een hengst die op de dag van aanlevering ziek of kreupel is, moet toch op deze dag bij het onderzoekscentrum worden aangeboden, tenzij hij lijdt aan een besmettelijke ziekte of vanwege zijn ziekte of kreupelheid niet vervoerd mag worden. Indien de hengst om een voornoemde reden niet op bovengenoemd tijdstip kan worden aangeboden, dient dit van tevoren meegedeeld te worden aan het secretariaat van het KFPS. In een dergelijk geval heeft het KFPS desgewenst het recht om de hengst door een door het KFPS aan te wijzen dierenarts te laten onderzoeken en aan de hand van dat onderzoek alsnog te bepalen dat de hengst op of voor een bepaalde datum bij het onderzoekscentrum moet worden aangeboden. In het geval de hengst niet voor deze datum kan worden aangeleverd, komt de hengst in aanmerking om aan het volgende Centraal Onderzoek deel te nemen. In het geval de hengst ook bij het volgende Centraal Onderzoek niet aangeleverd kan worden, vervalt de aanwijzing en kan de hengst alleen weer aangewezen worden voor het Centraal Onderzoek via het  reguliere hengstenselectietraject. Tijdens de aanlevering wordt van de hengst een bloedmonster afgenomen dat ten behoeve van het Centraal Onderzoek geanalyseerd kan worden. Het niet tijdig aanbieden van de hengst, geen medewerking willen verlenen aan een veterinair onderzoek of het niet opvolgen van de hierboven bedoelde aanwijzingen, kan tot gevolg hebben dat de hengst wordt uitgesloten van deelname aan het Centraal Onderzoek. Eén en ander is ter beslissing van het bestuur van het KFPS.

5.4.4. Exterieurbeoordeling

Tijdens het aanleveren zal de hengstenkeuringscommissie de hengsten op exterieur beoordelen. De hengsten krijgen een cijfer voor de onderbalkkenmerken: rastype, bouw en beenwerk. Deze cijfers zullen deel uitmaken van de besluitvorming tijdens de eindbeoordeling onder het zadel en de eindbeoordeling aangespannen. De eigenaren worden schriftelijk van deze cijfers in kennis gesteld, uiterlijk een week na de aanlevering.

5.4.5. Acceptatie

Indien de hengstenkeuringscommissie, de dierenarts of de trainingsleider van mening is dat de hengst in een zodanige gezondheidstoestand verkeert dat hij een risico oplevert voor het welzijn van andere in het onderzoekscentrum verblijvende paarden, kan de hengstenkeuringscommissie besluiten de hengst niet voor deelname aan het Centraal Onderzoek te accepteren en dientengevolge de toegang tot het onderzoekscentrum te weigeren. In het geval de hengstenkeuringscommissie en/of trainingsleider van oordeel is dat een hengst ontoereikend is voorbereid op het Centraal Onderzoek, zal de hengstenkeuringscommissie de eigenaar adviseren de hengst voor het betreffende Centraal Onderzoek terug te trekken. De hengstenkeuringscommissie heeft de mogelijkheid de hengst de kans te geven om tijdens het eerstvolgende Centraal Onderzoek in te stromen. Mocht de eigenaar van de hengst desondanks wensen dat de hengst toch aan het Centraal Onderzoek deelneemt, dan heeft de eigenaar het recht om op eigen kosten de hengst verder aan het Centraal Onderzoek te laten deelnemen.

5.5 Beoordeling hengstenmoeders

Van de hengsten die zijn aangewezen voor het Centraal Onderzoek worden de moeders en eventuele andere familieleden beoordeeld door de KFPS-inspectie. De bevindingen worden meegewogen in de besluitvorming over het wel of niet inschrijven van een hengst in het stamboekregister, na afloop van het Centraal Onderzoek.

5.6 Aanvullend onderzoek

In de eerste week van het Centraal Onderzoek vinden twee veterinaire onderzoeken plaats:

  1. Mestonderzoek
  2. Gebitscontrole

Behandelingen als gevolg van gebitscontrole en mestonderzoek komen voor rekening van de eigenaar.

5.7 Stallen

De stalvolgorde zal op grond van de leeftijd van de hengsten worden bepaald. Indien naderhand blijkt dat een hengst om bepaalde redenen beter verplaatst kan worden, kan de trainingsleider daartoe beslissen. De bodembedekking van de box bestaat uit stro. Bij uitzondering zal op verzoek van de eigenaar de bodem van de box met een ander materiaal dan stro (zaagsel) bedekt worden; dit brengt extra kosten met zich mee. Dit kan ook gebeuren indien tijdens het Centraal Onderzoek blijkt dat een andere bodembedekking noodzakelijk is. Van de wijziging zal in het onderzoeksrapport melding worden gemaakt. De extra kosten zijn voor rekening van de eigenaar. Voor een goed verloop van het Centraal Onderzoek is het noodzakelijk dat er in de stallen rust heerst. De stallen zijn daarom gedurende het gehele Centraal Onderzoek gesloten.

5.8 Voeding

Tijdens het Centraal Onderzoek zal de hengst drie keer per dag een hoeveelheid krachtvoer (brok) en haver worden gegeven; daarnaast twee keer per dag een hoeveelheid hooi en/of kuil. De hoeveelheid voer varieert per hengst en zal naar behoefte worden samengesteld.

5.9 Beslag en voetverzorging

Het wordt de eigenaren aangeraden de hengsten met hoefbeslag aan te leveren. Voor hengsten die met hoefbeslag worden aangeleverd gelden de volgende beslagvoorwaarden:

  • Voor: normale ijzers van 8 mm dikte en 22 of 25 mm breed.
  • Achter: klapijzers van 8 mm dikte en 22 of 25 mm breed.
  • Aan het beslag mogen geen wiggen, zolen of andere voorzieningen aangebracht zijn.
  • Er dient correct te worden beslagen, dit betekent dat maskeren van niet acceptabele been- en/of hoefstanden niet is toegestaan.

Indien bij aankomst blijkt dat de voeten en/of het hoefbeslag van de hengst onvoldoende verzorgd zijn, zal dit op kosten van de eigenaar worden hersteld. Tijdens het Centraal Onderzoek zal het hoefbeslag en de voetverzorging van de hengsten worden verzorgd door een hoefsmid van het onderzoekscentrum. De hieruit voortvloeiende kosten worden in rekening gebracht bij de eigenaar van de hengst. Voormelde beslagvoorwaarden gelden ook voor de hoefsmid van het onderzoekscentrum. De hoefsmid van het onderzoekscentrum zal een logboek bijhouden, waarin de behandelingen per hengst worden vastgelegd en – zonodig geacht – ook foto’s van de behandelingen worden bijgevoegd.

5.10 Mee te geven zaken

Bij het aanleveren van de hengst dienen de volgende zaken meegegeven te worden:

  • een goed passend hoofdstel met gecombineerde neusriem en sperriem;
  • goed passende bustrens (een goed passende watertrens mag ook) met voldoende dik mondstuk met een springteugel en/ of een dressuurteugel;
  • desgewenst kan er een goed passend zadel meegegeven worden;
  • een halster; een wollen zweetdeken met een elastische dekensingel;
  • een staldeken;
  • een zomerdeken.

5.11 Overige aanbiedingscondities

De hengst moet voldoende tegen influenza en rhinopneumonie zijn gevaccineerd en goed zijn ontwormd:
Influenza: Zie het Reglement Hengstenselectie – artikel 4.
Rhinopneumonie: De vaccinaties dienen in het paardenpaspoort te zijn vermeld. Een vaccinatiebewijs is uitsluitend geldig, indien kan worden vastgesteld dat het behoort bij de hengst waarmee aan de keuring wordt deelgenomen en waaruit blijkt dat de betreffende hengst als volgt tegen rhinopneumonie is gevaccineerd:

  • Een basisvaccinatie, bestaande uit twee vaccinaties, waarbij de tweede vaccinatie minimaal 4 en maximaal 6 weken na de eerste vaccinatie moet zijn gegeven.
  • Vervolgens elke 6 maanden een herhalingsvaccinatie, die niet later dan maximaal 6 maanden na de vorige vaccinatie mag zijn toegediend.
  • De laatste vaccinatie moet minstens 2 weken voor aanvang van het Centraal Onderzoek hebben plaatsgevonden.
  • Paspoort: Ter controle van voormelde entingen moet het paspoort bij aanlevering aan de veterinair worden overhandigd. Na deze controle zal het paspoort door de trainingsleider in bewaring worden genomen totdat de hengst het onderzoekscentrum verlaat; het paspoort wordt dan weer aan de eigenaar teruggegeven.
  • Ontwormen: Indien nodig dient de hengst behandeld te zijn met de juiste wormkuur.

5.12 Training, beoordeling en rapportage

Tijdens het Centraal Onderzoek zal met de hengst gewerkt worden aan de longe, onder het zadel en aangespannen. De training zal uit dressuurmatige- en tuigtypische arbeid bestaan. Van de verrichtingen en het gedrag van de hengst tijdens de training en van zijn gedrag op stal zal in een rapport verslag worden gedaan. In het rapport  zal voorts melding worden gemaakt van de eventuele veterinaire problemen die zich hebben voorgedaan. Het rapport zal worden opgesteld onder verantwoordelijkheid van de hengstenkeuringscommissie en de begeleidende dierenarts.

5.12.1 Twee onderdelen

Het Centraal Onderzoek bestaat uit 2 onderdelen:

  • Gedurende de eerste 6 weken van het Centraal Onderzoek zal met name onder het zadel worden getraind en beoordeeld.
  • Gedurende de laatste 4 weken zal met name in de aangespannen disciplines mennen en tuigen worden getraind en beoordeeld.

Aan het einde van elk van deze 2 onderdelen zal een eindbeoordeling worden gedaan.

5.12.2 Omschrijvingen van te beoordelen verrichtingen en gedragingen

De hengstenkeuringscommissie zal de verrichtingen en gedragingen van de hengsten beoordelen in relatie tot de volgende omschrijvingen:

  • Stap
  • Draf
  • Galop
  • Lichaamshouding & balans
  • Souplesse
  • Schakelen
  • Impuls
  • Karakter en stalgedrag

5.12.3. Eindbeoordelingen in cijferbalken

De eindbeoordelingen zullen in de volgende cijferbalken worden weergegeven:

Aanleg als rijpaard:

Stap Draf Galop Lichaamshouding & balans Souplesse Schakelen Impuls Totaal
2x 2x 2x 2x 1x 1x 1x

Aanleg als menpaard:

Stap Draf Lichaamshouding & balans Souplesse Schakelen Impuls Totaal
2x 2x 2x 2x 1x 2x

Aanleg als tuigpaard:

Stap Draf – voorbeengebruik Draf – achterbeengebruik Draf – zweefmoment Lichaamshouding & balans Front Souplesse Impuls & instelling Totaal
1x 2x 2x 1x 2x 1x 1x 1x

5.12.4. Besluitvorming

De besluitvorming ten aanzien van het inschrijven van een hengst in het stamboekregister is afhankelijk van de normering per discipline (geschiktheid als rijpaard, menpaard en tuigpaard). Per discipline wordt een totaalscore berekend, waarin de exterieurbeoordeling wordt meegerekend. Dit totaal wordt berekend uit het eindtotaal in de betreffende discipline, met daarbij opgeteld twee maal de som van de score voor rastype, bouw en beenwerk. Hengsten die voor minimaal twee disciplines een totaalscore van minimaal 122 punten hebben, kunnen worden ingeschreven in het stamboekregister onder voorwaarde dat er geen veterinaire tekortkomingen zijn geconstateerd. In het geval van dergelijke tekortkomingen kan besloten worden de hengst niet in te schrijven in het stamboekregister. Een hengst met voor drie disciplines 115 punten of lager kan niet in het stamboekregister worden ingeschreven. Alle overige hengsten zijn bespreekgevallen, gebaseerd op de in het Reglement Hengstenselectie – artikel 1 genoemde selectiecriteria.

5.13 Medewerkers

Het Centraal Onderzoek staat onder leiding van een door het KFPS aangestelde trainingsleider. Het men- en ruiterteam wordt eveneens door het KFPS aangesteld. Gastruiters en gastrijders zullen de hengsten rijden en hun bevindingen zijn onderdeel van de besluitvorming voor het wel of niet inschrijven van een hengst.

5.14 Veterinaire zaken

Het Centraal Onderzoek wordt veterinair begeleid door dierenartsen welke door het KFPS zijn aangesteld. Onder leiding van deze dierenartsen worden ook de lactaatmetingen en fittesten uitgevoerd. Om huidschimmel te voorkomen zal de hengst bij aanlevering een antischimmel behandeling krijgen. Indien nodig zal er een wormkuur worden gegeven. De overige veterinaire bemoeienis zal beperkt blijven tot hulp op afroep in geval van ziekte of blessures. De kosten van die veterinaire hulp op afroep zullen aan de eigenaar in rekening worden gebracht. Indien de hengst tijdens het Centraal Onderzoek ziek of kreupel wordt, kan de begeleidende dierenarts collegiaal advies vragen of de hengst voor nader onderzoek verwijzen naar een gespecialiseerde paardenkliniek. De kosten worden bij de eigenaar van de betreffende hengst in rekening gebracht.

5.15 Kosten

Voor deelneming aan het Centraal Onderzoek gelden de volgende tarieven:

  • Voor hengsten die deelnemen aan het eerste deel van het Centraal Onderzoek (6 weken onder het zadel) geldt in eerste instantie een tarief van € 4.878,18.
  • Voor hengsten die deelnemen aan het tweede deel van het Centraal Onderzoek (4 weken aangespannen disciplines) geldt een tarief van € 1.976,24.
  • In het geval een hengst het Centraal Onderzoek tijdens het eerste deel voortijdig verlaat, wordt er een restitutie uitgekeerd. Deze restitutie wordt als volgt berekend: € 4.878,18 minus de uitein-delijke kosten voor deelname: € 1.976,24 plus € 74,65 x het aantal testdagen.
  • In het geval de hengst het Centraal Onderzoek tijdens het tweede deel voortijdig verlaat, bedraagt de restitutie: € 1.976,24 min € 74,65 x aantal testdagen.

Het uitgangspunt in de tariefstelling is, dat het onderzoek budgetneutraal is voor het KFPS. De werkelijke kosten zijn echter niet exact vooraf in te schatten. Mocht het zo zijn dat de opbrengsten uiteindelijk hoger zijn dan de totaal gemaakte kosten, dan zullen deze op basis van nacalculatie met de inzenders verrekend worden, op basis van het aantal testdagen van de hengst. Wanneer de hengst in het stamboekregister kan worden ingeschreven, dan zal er voor inschrijving in het stamboekregister nog € 3.491,90 aanvullend betaald moeten worden. Alle genoemde bedragen zijn exclusief BTW en zullen derhalve vermeerderd met de betreffende BTW voldaan moeten worden.

5.16 Verantwoordelijkheid

Hippisch Centrum Exloo is verantwoordelijk voor het beheer van de hengst en meegeleverde spullen gedurende het verblijf in het onderzoekscentrum. Het KFPS en Hippisch Centrum Exloo met al hun functionarissen en personeel kunnen niet aansprakelijk gesteld worden voor geleden schade direct of indirect het gevolg zijnde van deelname aan het Centraal Onderzoek, tenzij er sprake is van grove schuld of opzet. Het KFPS zal de hengsten voor schade wegens brand, blikseminslag, storm en uitbraak (alleen zaken waarvoor het KFPS aansprakelijk is) verzekeren voor € 10.000,- per hengst. Dit bedrag zal vanaf het tussenexamen (dat is de eindbeoordeling van het eerste deel van het Centraal Onderzoek) worden verhoogd tot € 50.000,- per hengst. De eigenaar zal, als hij dit noodzakelijk vindt, zijn hengst voor al het overige (b.v. ziekte of ongevallen) moeten verzekeren. Het KFPS en Hippisch Centrum Exloo zijn niet verantwoordelijk voor de gevolgen die het onderzoeksresultaat voor de (eigenaar van de) hengst heeft. Door de hengst aan het Centraal Onderzoek te laten deelnemen verklaart de eigenaar zich uitdrukkelijk akkoord met de onderzoeksvoorwaarden, zoals deze in het Reglement Hengstenselectie en de Uitvoeringsbepaling Reglement Hengstenselectie zijn vastgelegd en verbindt de eigenaar zich er tevens uitdrukkelijk toe dat noch door hemzelf noch door eventuele rechtverkrijgenden (onder algemene- dan wel bijzondere titel) de onderzoeksvoorwaarden tijdens of na het Centraal Onderzoek zullen worden aangevochten; in het geval dat dit toch door de eigenaar en/of een of meer van voormelde rechtverkrijgenden mocht worden gedaan, is de eigenaar gehouden het KFPS en Hippisch Centrum Exloo met al hun functionarissen en personeel hiervoor te vrijwaren.

5.17 Openheid en informatie

Voor een goed verloop van het Centraal Onderzoek is het noodzakelijk dat er in een rustige omgeving met de hengsten getraind kan worden. Trainingen kunnen worden bijgewoond na afspraak met de trainingsleider. Direct na de eindbeoordelingen zal de eigenaar zowel mondeling als schriftelijk worden geïnformeerd over de verrichtingen van de hengst. Gedurende het Centraal Onderzoek zullen de resultaten niet worden verstrekt. Omstreeks de vierde week van het Centraal Onderzoek bestaat de mogelijkheid om door de hengstenkeuringscommissie geïnformeerd te worden over de voortgang in de training. De eigenaren zullen hiervoor door de hengstenkeuringscommissie worden uitgenodigd. In het geval van een ziekte of blessure van de hengst, zal de eigenaar van de hengst hierover worden geïnformeerd.

5.18 Eindbeoordeling

De datum van de eindbeoordeling onder het zadel wordt op de website en in de Phryso gepubliceerd. Op basis van de eindbeoordeling onder het zadel neemt de hengstenkeuringscommissie een besluit of de hengst het onderzoek vervolgt. In deze besluitvorming worden ook de enkele – reeds tijdens het eerste deel van het Centraal Onderzoek – geobserveerde aangespannen verrichtingen meegenomen. De datum van de eindbeoordeling in de aangespannen disciplines wordt op de website en in de Phryso gepubliceerd.

5.19 Beëindigen van het Centraal Onderzoek

Hengsten die op last van het KFPS de deelname aan het Centraal Onderzoek voortijdig moeten beëindigen, moeten binnen twee dagen nadat een beslissing daartoe kenbaar is gemaakt bij het onderzoekscentrum zijn opgehaald. Na beëindiging van het Centraal Onderzoek is het mogelijk om de hengst in het volgende jaar aan te melden voor de herkansing.

5.20 Op eigen kosten

Indien de hengstenkeuringscommissie besluit om een hengst van verdere deelname aan het Centraal Onderzoek uit te sluiten, heeft de eigenaar het recht om op eigen kosten de hengst verder aan het Centraal Onderzoek te laten deelnemen. Daartoe zal een bedrag van € 3.125,65 plus € 74,65 (exclusief BTW) per testdag in rekening worden gebracht en dient dit meteen bij de aanvraag te worden voldaan.

5.21 Herbeoordeling

De kosten van een herbeoordeling bedragen € 1.482,35 (exclusief BTW) die bij vooruitbetaling moeten worden voldaan. Indien, naar het oordeel van de hengstenkeuringscommissie, het onderzoeksresultaat van de hengst tijdens de herbeoordeling beter is dan tijdens het normale Centraal Onderzoek, zal het bedrag gerestitueerd worden.

5.22 Ongeoorloofde middelen

Een hengst dient bij aanlevering vrij te zijn van ongeoorloofde middelen. Indien een hengst de twee weken onmiddellijk voorafgaande aan een eindbeoordeling, uitgestelde eindbeoordeling of herbeoordeling niet zonder onderbreking in het onderzoekscentrum heeft doorgebracht, kan de hengst direct na de betreffende beoordeling onderzocht worden op het gebruik van ongeoorloofde middelen. Daartoe zal een urine- of bloedmonster worden afgenomen. Het Hippisch Dopingreglement KFPS is op het voorgaande van toepassing.

5.23 Klachten

Klachten over het Centraal Onderzoek of over het beheer van de hengsten tijdens het Centraal Onderzoek dienen schriftelijk ter kennis te worden gebracht aan de directie van het KFPS.

5.24 Beroepsmogelijkheid

Tegen de eindconclusie, zoals bedoeld in het Reglement Hengstenselectie – artikel 12.2.4, is geen klacht, bezwaar of beroep mogelijk.

5.25 Diversen

In zaken die niet in het Reglement Hengstenselectie en/of de Uitvoeringsbepaling Reglement Hengstenselectie zijn geregeld/bepaald/vastgelegd, beslist het bestuur van het KFPS. Indien de eigenaar de hengst gedurende het Centraal Onderzoek heeft verkocht of gaat verkopen, zijn alle onderzoeksvoorwaarden onverminderd van toepassing op de nieuwe eigenaar. De eigenaar is verplicht, voorafgaand aan de verkoop van de hengst, de nieuwe eigenaar over alle voor deelname aan het Centraal Onderzoek geldende voorwaarden te informeren en van de nieuwe eigenaar te bedingen dat ook hij – als opvolgend eigenaar – met al deze voorwaarden instemt en zich daaraan zal houden.

Artikel 6 Verkort Onderzoek

Het Verkort Onderzoek voorziet in de mogelijkheid om hengsten met uitzonderlijke resultaten in een sportdiscipline voor inschrijving in het stamboekregister in aanmerking te laten komen, zonder dat deze hengsten deelnemen aan het volledige Centraal Onderzoek.

6.1 Aanmelding

Voor de beoordeling tot deelneming aan het Verkort Onderzoek kan de hengst door de eigenaar bij het KFPS worden aangemeld. De aanmelding dient vóór 1 augustus bij het KFPS te zijn ingediend. De hengstenkeuringscommissie beoordeelt onder meer op basis van de sportresultaten of een hengst voor een beoordeling tot deelneming aan het Verkort Onderzoek in aanmerking komt. Het staat de hengstenkeuringscommissie vrij om hengsten die aan de gestelde sporteisen hebben voldaan niet voor een beoordeling tot deelneming aan het Verkort Onderzoek in aanmerking te laten komen.

6.2 Beoordeling en procedure
6.2.1 Beoordeling aanwijzing

De beoordeling tot deelneming van een hengst aan het Verkort Onderzoek kent de volgende stadia:

  • beoordeling van de beweging (presentatie onder het zadel of aangespannen);
  • beoordeling van het exterieur (presentatie aan de hand);
  • veterinaire klinische beoordeling.

Na elk onderdeel bepaalt de hengstenkeuringscommissie of de hengst doorverwezen wordt naar het volgende onderdeel. Op basis van de volledige beoordeling van alle onderdelen kunnen hengsten door de hengstenkeuringscommissie worden aangewezen voor het Verkort Onderzoek. Bij afwijzing wordt door de voorzitter van de hengstenkeuringscommissie een toelichting gegeven.

6.2.1.1 Beoordeling van de beweging

De hengstenkeuringscommissie beoordeelt de hengst minimaal eenmaal in de discipline, waarin de hengst wordt uitgebracht en waarmee aan de sporteis wordt voldaan. Deze beoordeling kan plaatsvinden tijdens een officiële wedstrijd of op een door het KFPS aan te wijzen locatie. De bedoeling van een dergelijke beoordeling is om een inschatting te maken van de (natuurlijke) basisbeweging van de hengst.

6.2.1.2 Beoordeling van het exterieur

De hengstenkeuringscommissie beoordeelt eenmalig het exterieur van de hengst. Deze beoordeling vindt plaats op basis van een presentatie aan de hand. Deze beoordeling vindt plaats tijdens de aanleverdag van het Verkort Onderzoek.

6.2.1.3 Veterinaire klinische beoordeling

De veterinaire klinische beoordeling van de hengst vindt plaats door een door het KFPS aangewezen dierenarts. Deze beoordeling vindt plaats na de exterieurbeoordeling of op een ander door het KFPS bepaald tijdstip/locatie; hierbij wordt ook bekeken of de hengst niet toegestaan wit aan de hoeven (zolen) heeft. Hiervan wordt door de dierenarts een rapport opgemaakt. De dierenarts adviseert de hengstenkeuringscommissie.

6.2.2 Besluitvorming aanwijzing

Na de beoordeling zal de hengstenkeuringscommissie besluiten over deelname aan het Verkort Onderzoek. Het kan een aanwijzing onder voorbehoud betreffen in het geval de uitslagen van het cornage onderzoek en/of het DNA-onderzoek nog niet bekend zijn. Deze onderzoeken mogen beide na aanwijzing plaatsvinden en dienen voorafgaand aan het Verkort Onderzoek te zijn afgerond. Nadat de hengst is aangewezen voor het Verkort Onderzoek, zal het Verkort Onderzoek tijdens het eerstvolgende Centraal Onderzoek dienen plaats te vinden.

6.3 Deelname Verkort Onderzoek

Het Verkort Onderzoek is een twee weken durend onderzoek. Tijdens dit onderzoek zal de hengst worden beoordeeld op zijn karakter, zowel het stalgedrag als het gedrag tijdens het gebruik. Gedurende het onderzoek wordt de hengst dagelijks getraind door de eigenaar of een door de eigenaar aangewezen trainer. Eenmaal gedurende het onderzoek zal het paard door een gastruiter/-amazone/-menner gereden worden. De rapportage van het onderzoek wordt opgesteld onder verantwoordelijkheid van de hengsten(her)keuringscommissie. In de rapportage worden onder meer de bevindingen van de veterinair betrokken.

6.3.1 Locatie

Het Verkort Onderzoek vindt plaats tijdens de laatste twee weken van het Centraal Onderzoek op een door het KFPS bepaalde locatie.

6.3.2 Veterinair klinisch onderzoek

De hengst wordt zowel tijdens de aanlevering als bij het uitchecken veterinair klinisch onderzocht.

6.3.3 Stallen

De bodembedekking van de box bestaat uit stro. Bij hoge uitzondering zal de bodem van de box met een ander materiaal dan stro bedekt worden. Dit zal alleen gebeuren indien tijdens het Verkort  Onderzoek blijkt dat een andere bodembedekking noodzakelijk is. Van de wijziging zal in het onderzoeksrapport melding worden gemaakt. De extra kosten zijn voor rekening van de eigenaar. Voor een goed verloop van het Verkort Onderzoek is het noodzakelijk dat er in de stallen rust heerst. De stallen zijn daarom gedurende het gehele onderzoek gesloten.

6.3.4 Voeding

Tijdens het Verkort Onderzoek zal de hengst drie keer per dag een hoeveelheid krachtvoer (brok) en haver worden toegediend; daarnaast twee keer per dag een hoeveelheid hooi en/of kuil. De hoeveelheid voer varieert per hengst en zal naar behoefte worden samengesteld.

6.3.5 Entingen en ontworming

De hengst moet voldoende tegen influenza en rhinopneumonie zijn gevaccineerd en goed zijn ontwormd. Hiervoor geldt hetzelfde als in artikel 5.11 is bepaald.

6.4 Verantwoordelijkheid

Hippisch Centrum Exloo is verantwoordelijk voor het beheer van de hengst en meegeleverde spullen gedurende het verblijf in het onderzoekscentrum. Het KFPS en Hippisch Centrum Exloo met al hun functionarissen en personeel kunnen niet aansprakelijk gesteld worden voor geleden schade direct of indirect het gevolg zijnde van deelname aan het Verkort Onderzoek, tenzij er sprake is van grove schuld of opzet. Het KFPS zal de hengsten voor schade wegens brand, blikseminslag, storm en uitbraak (alleen zaken waarvoor het KFPS aansprakelijk is) verzekeren voor € 50.000,- per hengst. De eigenaar zal, als hij dit noodzakelijk vindt, zijn hengst voor al het overige (b.v. ziekte of ongevallen) moeten verzekeren.  Het KFPS en Hippisch Centrum Exloo zijn niet verantwoordelijk voor de gevolgen die het onderzoeksresultaat voor de (eigenaar van de) hengst heeft. Door de hengst aan het Verkort Onderzoek te laten deelnemen verklaart de eigenaar zich uitdrukkelijk akkoord met de onderzoeksvoorwaarden, zoals deze in het Reglement Hengstenselectie en de Uitvoeringsbepaling Reglement Hengstenselectie zijn vastgelegd en verbindt de eigenaar zich er tevens uitdrukkelijk toe dat noch door hemzelf noch door eventuele rechtverkrijgenden (onder algemene- dan wel bijzondere titel) de onderzoeksvoorwaarden tijdens of na het Verkort Onderzoek zullen worden aangevochten; in het geval dat dit toch door de eigenaar en/of een of meer van voormelde rechtverkrijgenden mocht worden gedaan, is de eigenaar gehouden het KFPS en Hippisch Centrum Exloo met al hun functionarissen en personeel hiervoor te vrijwaren.

6.5 Kosten beoordeling sporthengsten

Voor de beoordeling tot deelneming aan het Verkort Onderzoek respectievelijk de deelneming aan het Verkort Onderzoek gelden de volgende tarieven (exclusief BTW):

  • Beoordeling tot deelneming Verkort Onderzoek : €    320,00
  • Deelneming Verkort Onderzoek : € 2.142,50

6.6 Kosten inschrijving in het stamboekregister

Wanneer de hengst in het stamboekregister kan worden ingeschreven, dan zal er voor inschrijving in het stamboekregister nog € 3.491,90 (exclusief BTW) aanvullend betaald moeten worden.

Artikel 7 Beoordeling van in het stamboekregister ingeschreven hengsten

7.1 Plaats en datum

De Hengstenkeuring moet statutair in de provincie Fryslân plaatsvinden; dat gebeurt in januari in Leeuwarden. In het stamboekregister ingeschreven hengsten (stamboekhengsten) kunnen deelnemen aan de Hengstenkeuring als de stamboekhengst voor het kalenderjaar waarin de Hengstenkeuring plaats heeft, een dekvergunning heeft. Stamboekhengsten die op wacht zijn geplaatst kunnen niet deelnemen aan de Hengstenkeuring. Stamboekhengsten tot en met een leeftijd van 15 jaar met een verblijfplaats in Europa zijn verplicht deel te nemen aan de Hengstenkeuring. Stamboekhengsten tot en met een leeftijd van 15 jaar met een verblijfplaats buiten Europa zijn verplicht deel te nemen aan de keuring gehouden in het betreffende land. Stamboekhengsten die 16 jaar of ouder zijn kunnen naar keuze van de eigenaar worden gekeurd tijdens de Hengstenkeuring of op een ander keuringsmoment. De jaarlijkse beoordeling van stamboekhengsten van 16 jaar en ouder is geen verplichting.

7.2 Beoordeling en Procedure

De stamboekhengsten worden in hun rubriek op kwaliteit van exterieur en beweging beoordeeld. De hengsten worden op catalogusvolgorde individueel beoordeeld. Tijdens het rondstappen van de groep (na de individuele beoordeling) wordt uitsluitend de persoon die de hengst voorbrengt in de baan gelaten. Het KFPS zorgt in dit geval voor twee aandrijvers die de hengsten (waar nodig) zullen aandrijven. Per rubriek wijst de jury de stamboekhengsten aan die aan de kampioenskeuring mogen deelnemen. Er is een kampioenskeuring voor jongere hengsten, voor oudere hengsten en een kampioenskeuring algemeen. De jongere hengsten zijn de hengsten die nog niet goedgekeurd zijn op basis van nakomelingen; de oudere hengsten zijn de hengsten die goedgekeurd zijn op basis van nakomelingen. Tijdens de kampioenskeuringen wordt een kampioen en een reservekampioen aangewezen. De kampioen en de reservekampioen van zowel de jongere hengsten als de oudere hengsten doen mee aan het algemeen kampioenschap.

Artikel 8 Nakomelingenonderzoek

8.1 Evaluatie van veulens

De beoordeling van de veulens vindt plaats aan de hand van de volgende criteria:

  • Exterieur/ontwikkeling;
  • Beweging;
  • Aftekeningen;
  • Erfelijke afwijkingen.

De bevindingen worden na het tweede dekseizoen door de inspectie weergegeven in een veulenrap-portage.

8.2 Evaluatie van driejarige en oudere paarden
8.2.1 Algemeen

Driejarige- en oudere nakomelingen van een hengst worden beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

  • Exterieur;
  • Sportaanleg;
  • Erfelijke afwijkingen;
  • Bijdrage tot bloedspreiding.

Het nakomelingenonderzoek bestaat uit:

  • Exterieurbeoordeling van minimaal 40 nakomelingen;
  • Verrichtingsonderzoek (ABFP) van minimaal 20 nakomelingen.

8.2.2 Exterieur van de nakomelingen

Om de exterieurvererving van een hengst te bepalen moeten minimaal 40 paarden gekeurd zijn. Alle gekeurde driejarige- en oudere nakomelingen (hengsten, ruinen en merries) worden in de beoordeling van de exterieurvererving van een hengst meegenomen. Dit geldt ook voor paarden die niet officieel aan een keuring hebben deelgenomen, maar wel deel uitgemaakt hebben van het verrichtingsonderzoek en als zodanig wel zijn beoordeeld door de inspectie (lineair scoren). De exterieurvererving wordt weergegeven in de vorm van geschatte fokwaarden voor lineaire- en waarderende exterieurkenmerken. Deze fokwaarden zijn gebaseerd op de lineaire score gegevens, zoals die bij de exterieurkeuring worden vastgelegd. Bij de fokwaardeschatting wordt rekening gehouden met de kwaliteit van de merries die de hengst heeft gedekt. In de beoordeling van de exterieurvererving van een hengst worden verder ongecorrigeerde keuringsresultaten van de nakomelingen meegenomen.

8.2.3 Sportaanleg van de nakomelingen

Voor de schatting van de sportaanleg van de nakomelingen van een hengst worden de volgende gegevens gebruikt: ABFP, IBOP en sportresultaten gebaseerd op bij de KNHS geregistreerde wedstrijden. Deze inschatting wordt onder meer weergegeven in een fokwaarde voor beweging en een fokwaarde voor sportaanleg.

8.2.4 Verrichtingsonderzoek van de nakomelingen (ABFP)

Het verrichtingsonderzoek bestaat uit een ABFP-test van minimaal 20 nakomelingen. Het KFPS prikt 20 nakomelingen, bij voorkeur driejarige nakomelingen uit de tweede jaargang nakomelingen, welke bij voorkeur zijn aangemeld voor een exterieurkeuring. De nakomelingen zullen bij voorkeur geprikt worden uit paarden welke zich in Nederland bevinden. Het prikken van de paarden vindt drie weken voorafgaand aan de exterieurkeuring plaats. De eigenaar van het geprikte paard kan vooraf aangeven of deze het te prikken paard beschikbaar stelt voor het nakomelingenonderzoek. De eigenaar is verantwoordelijk voor de entingen, hoefbeslag en transport naar het testcentrum. Per ABFP-test nemen bij voorkeur maximaal 5 nakomelingen van een hengst deel. De ABFP-test duurt voor de paarden in het nakomelingenonderzoek 7-weken, inclusief 2 weken voorbereiding. Meer gedetailleerde informatie is weergegeven in de Voorwaarden ABFP.

8.3 Kosten

De kosten van het nakomelingenonderzoek worden deels gedragen door de eigenaar van de hengst en deels door het KFPS. De kosten zijn weergegeven in de tarievenlijst van het KFPS. De kosten voor entingen, hoefbeslag en verzekering van de nakomelingen in het verrichtingsonderzoek zijn voor rekening van de eigenaar van de nakomeling. De eigenaren van de nakomelingen dragen daarnaast bij met een eigen bijdrage; ook deze kosten zijn weergegeven in de tarievenlijst van het KFPS.

Artikel 9 Rangorde

In het geval deze uitvoeringsbepaling op enigerlei wijze strijdig mocht zijn met de inhoud van het Reglement Hengstenselectie, prevaleert het Reglement Hengstenselectie; in zo’n geval is het betreffende onderdeel van de uitvoeringsbepaling niet van toepassing en dient de uitvoering overeenkomstig de inhoud van het Reglement Hengstenselectie plaats te vinden.

Artikel 10 Nederlandse tekst

In alle gevallen is de Nederlandse tekst van de Uitvoeringsbepaling Reglement Hengstenselectie leidend en doorslaggevend. In geval van (mogelijke) verschillen tussen de Nederlandse tekst en vertalingen daarvan, prevaleert de Nederlandse tekst boven de vertaling daarvan en heeft (het betreffende onderdeel van) de vertaling geen rechtskracht.

Artikel 11 Onvoorziene situatie(s)

In het geval deze uitvoeringsbepaling niet voorziet in een bepaalde situatie, beslist het bestuur onherroepelijk.